Boezemfibrilleren

Afbeelding
Patient is taking his medicine
grey
top_left
Off

Therapie-opties voor boezemfibrilleren

Wat is boezemfibrilleren?

Boezemfibrilleren of wel atriale fibrillatie, of AF, is de meest voorkomende hartritmestoornis. Naar schatting lijdt tussen de 1,5 en 2 procent van de bevolking in geïndustrialiseerde landen aan boezemfibrilleren. Aangezien de kans op boezemfibrilleren met het stijgen van de leeftijd toeneemt, kunnen vergrijzende samenlevingen een toename van het sterftecijfer bij hun bevolking verwachten.1 Boezemfibrilleren wordt gekenmerkt door een onregelmatige hartslag. In het begin treedt de onregelmatige hartslag incidenteel op, wat betekent dat dit plotselinge aanvallen veroorzaakt. Deze aanvallen kunnen minuten, uren of zelfs dagen duren tot het hartritme spontaan weer normaal wordt. In de loop van de tijd kunnen deze aanvallen zich tot chronische boezemfibrilleren ontwikkelen, wat medische behandeling vereist, aangezien deze aanvallen niet meer spontaan stoppen. Patiënten raken meestal gewend aan de onregelmatige hartslag, waardoor boezemfibrilleren in sommige gevallen onopgemerkt blijft. Dit kan mogelijk ernstige gevolgen hebben, aangezien boezemfibrilleren de kans op een beroerte vergroot. Ter voorkoming van een beroerte is het daarom van essentieel belang om zelfs asymptomatische fasen van boezemfibrilleren te detecteren Patiënten met stille episodes van boezemfibrilleren vereisen een speciale geneesmiddelentherapie ter voorkoming van een beroerte.


Wat gebeurt er in het hart tijdens boezemfibrilleren?

Bij boezemfibrilleren trekken de spieren van de atria niet meer ritmisch en synchroon met elkaar samen. Dit betekent dat te weinig bloed de hartkamers bereikt en dat het vermogen van het hart om bloed rond te pompen over het algemeen afneemt. Er bestaat ook een kans dat in bepaalde delen van de atria, met name de hartoren, bloed kan stagneren, met bloedstolsels als gevolg. Deze bloedstolsels kunnen wegdrijven en een beroerte veroorzaken als ze een bloedvat in de hersenen verstoppen. Boezemfibrilleren kan leiden tot een hele snelle hartslag ( (tachycardie) ), een onregelmatige hartslag en, in sommige omstandigheden, een langzame hartslag (bradycardie) .
In tegenstelling tot ventriculaire fibrillatie is boezemfibrilleren meestal niet levensbedreigend. De verhoogde kans op een beroerte mag echter niet worden onderschat. Ga daarom altijd onmiddellijk voor onderzoek naar uw arts als u het gevoel hebt dat er iets mis is.


Hoe herken ik boezemfibrilleren?

Paroxismale (incidenteel) boezemfibrilleren, die plotseling plaatsvindt en zonder behandeling verdwijnt, wordt vaak niet opgemerkt. In andere gevallen veroorzaakt de onregelmatige hartslag symptomen zoals hartkloppingen, tachycardie, pijn op de borst, duizeligheid en rusteloosheid. Als het pompvermogen van het hart aanzienlijk is verminderd, kunnen kortademigheid en algehele zwakte optreden als gevolg van boezemfibrilleren. In sommige gevallen kan boezemfibrilleren ook tot angst leiden.
Het is belangrijk dat zelfs asymptomatische boezemfibrilleren op tijd wordt gedetecteerd. Zonder behandeling kunnen paroxismale aanvallen steeds vaker voorkomen en de kans op een beroerte vergroten. Risicopatiënten moeten daarom regelmatig worden onderzocht.

It is important that even asymptomatic atrial fibrillation be detected in time. Without treatment, paroxysmal attacks may become occur more and more frequently and can increase the risk of a stroke. At-risk patients should therefore be examined on a regular basis.


Wat zijn de risicofactoren voor boezemfibrilleren?

Een van de belangrijkste risicofactoren voor boezemfibrilleren is leeftijd. Reeds bestaande aandoeningen van het cardiovasculaire systeem kunnen de kans op boezemfibrilleren ook vergroten:

  • Hoge bloeddruk
  • Hartfalen
  • Hartvergroting (dilatatie)
  • Hartklepaandoening: mitralisklepstenose, aortaklepstenose

Daarnaast zijn aandoeningen zoals hyperthyrioidie of diabetes mellitus evenals overmatige alcoholconsumptie en elektrolytveranderingen van invloed op de ontwikkeling van boezemfibrilleren.


Hoe wordt boezemfibrilleren gediagnosticeerd?

De eenvoudigste manier om boezemfibrilleren te detecteren is door uw hartslag te controleren. Als uw hartslag onregelmatig is, dan is de kans groot dat u boezemfibrilleren hebt. Met behulp van een elektrocardiogram of ECG kan vermoedelijke chronische boezemfibrilleren snel worden bevestigd.
Gevallen van paroxismale boezemfibrilleren zijn echter veel moeilijker te bevestigen, aangezien het ECG tijdens een aanval moet worden uitgevoerd om dit te kunnen detecteren. Bij mensen met paroxismale boezemfibrilleren leidt een onderzoek op de artsenpraktijk daarom mogelijk niet tot een definitieve diagnose. In dat geval moet een langdurige ECG worden uitgevoerd; deze meet de hartactiviteit gedurende 24 uur of langer. Als het resultaat nog steeds onduidelijk is, kan een hartmonitor worden geïmplanteerd om de juiste diagnose te verkrijgen. De implanteerbare monitor wordt onder de huid over de linker borstspier van de patiënt geplaatst en kan het hartritme van de patiënt gedurende meerdere jaren controleren.
Daarnaast zou een inspannings-ECG moeten vaststellen hoe het hart reageert op zware inspanning. Verdere onderzoeken zoals een hartecho en bloedtests kunnen ook worden gebruikt om oorzaken of comorbiditeiten van boezemfibrilleren te detecteren.


Hoe wordt boezemfibrilleren behandeld?

The aim of treating atrial fibrillation is to restore the normal heart rhythm, to regulate heart rate and to minimize the risk of a stroke. The heart rhythm can be restored by antiarrhythmic medication or electric cardioversion.
After cardioversion, antiarrhythmic medication is used to prevent the recurrence of atrial fibrillation. It is also used for rate control therapy. If the antiarrhythmic medication cannot permanently normalize the heart rhythm, zal catheterablatie, in which the cells responsible for abnormal heart rhythm are treated, will be considered. Paroxysmal atrial fibrillation often does not require treatment as it resolves spontaneously.


Het doel van de behandeling van boezemfibrilleren is het normale hartritme te herstellen, de hartfrequentie te reguleren en de kans op een beroerte te minimaliseren. Het hartritme kan worden hersteld door anti- artmica medicatie of elektrische cardioversie. (Link elektrische cardioversie)
Na cardioversie wordt anti- artmica medicatie gebruikt om te voorkomen dat boezemfibrilleren zich opnieuw voordoet. Dit wordt ook gebruikt voor hartslagcontroletherapie. Als de anti-aritmica medicatie het hartritme niet permanent kan normaliseren, zal catheterablatie, waarbij de voor het afwijkende hartritme verantwoordelijke cellen worden behandeld, worden overwogen. Paroxismale boezemfibrilleren vereist vaak geen behandeling, aangezien dit spontaan overgaat.


Elektrische cardioversie

Elektrische cardioversie zorgt voor een soort reset van de cardiale activiteit via een gerichte dosis elektrische stroom, waarna het hart weer in staat is op het normale hartritme te kloppen. Cardioversie wordt onder narcose uitgevoerd. Tijdens en na een elektrische cardioversie bestaat een grote kans op bloedstolsels in het hart. Om te voorkomen dat er zich bloedstolsels vormen, krijgen patiënten antistollingsmiddelen.
Bloedstolsels die al door boezemfibrilleren waren ontstaan, kunnen tijdens de cardioversie los schieten, in een slagader van de hersenen drijven en een beroerte veroorzaken. Als een arts vermoedt dat er zich bloedstolsels in het hart bevinden, zal hij/zij voorafgaand aan de cardioversie een transoesofageaal echocardiogram (TEE) uitvoeren. Tijdens deze procedure brengt de arts een klein ultrasoon apparaat in de slokdarm in en navigeert deze tot vlak bij het hart. Als de arts geen bloedstolsels vindt, kan hij/zij de cardioversie ter plaatse uitvoeren. Als er echter bloedstolsels worden gedetecteerd, moet de cardioversie worden uitgesteld terwijl de patiënt medicijnen krijgt om de bestaande stolsels op te lossen en de ontwikkeling van nieuwe stolsels tegen te gaan.


Catheterablatie

Het doel van catheterablatie, ook bekend als radiofrequente ablatie, is om de delen van het hart die boezemfibrilleren veroorzaken, te isoleren van de rest van het hart. Meestal bevinden deze cellen zich in het linkeratrium van het hart rond de longaders. Om daar te komen, brengt de arts een dunne flexibele buis in een groot bloedvat in de lies in en geleidt deze voorzichtig in het linkeratrium. Daar aangekomen vernietigt hij/zij het “slechte weefsel” met behulp van hitte (radiofrequente energie) of extreme kou (cryoablatie). Het resulterende lidtekenweefsel isoleert het getroffen deel van het gezonde deel van het hart. Na de procedure krijgt de patiënt antistollingsmiddelen om de vorming van bloedstolsels te voorkomen. De activiteit van het hart wordt na de ablatie regelmatig gemeten om te beoordelen of de procedure is geslaagd; indien nodig wordt deze herhaald.


Wat u kunt doen als patiënt

Ten eerste is het belangrijk dat u de voorschriften en aanbevelingen van uw arts opvolgt. Als u twijfelt of de voorgeschreven medicatie en/of procedures evenals de aanbevelingen met betrekking tot uw leefstijl goed voor u zijn, bespreek dit dan met uw arts of vraag een andere arts om een second opinion.
Daarnaast moet u de risicofactoren verminderen door gezond te leven, lichte en evenwichtige voeding te eten, alleen kleine hoeveelheden alcohol te drinken en regelmatig, maar niet te inspannend, te bewegen.
 


1 Camm AJ et al. 2012 focused update of the ESC Guidelines for the management of atrial fibrillation. European Heart Journal Nov 2012, 33 (21) 2719-2747; DOI: 10.1093/eurheartj/ehs253