Coronaire hartziekte

Afbeelding
Picture of patient
grey
top_left
Off

Behandelingsopties

Behandelingsopties voor coronaire hartziekte

In een vroeg stadium kan farmaceutische behandeling gecombineerd met veranderingen in levensstijl en een gezond dieet de symptomen verlichten en het verloop van de coronaire hartziekte (CAD) vertragen. Als de ziekte zich al in een gevorderd stadium bevindt, moeten de getroffen kransslagaders mechanisch worden verwijd. De cardioloog zal een combinatie van verschillende behandelingsopties op basis van de symptomen, de bevindingen en de toekomstige risico's voor de patiënt aanbevelen gerelateerd aan de klinische condities en gelijktijdig voorkomende ziektes.


Medicatie en veranderingen in levensstijl

Bij patiënten met coronaire hartziekte schrijft de cardioloog meestal medicatie voor om de bloeddruk en de belasting van het hart te verlagen, zoals bètablokkers, calciumkanaalblokkers of diuretica. Acetylsalicylzuur (aspirine) en andere plaatjesaggregatieremmers voorkomen bloedstolsels. Nitraat kan snel verlichting bieden bij angina pectoris (pijn op de borst). Statine kan het bloedcholesterol verlagen. Aangezien iedereen anders is, zal de cardioloog een aangepast therapieplan voor elke patiënt opstellen.Naast de farmaceutische behandeling is een gezonde levensstijl cruciaal voor het voorkomen of vertragen van de verergering van de ziekte: patiënten moeten stoppen met roken, regelmatig bewegen en een vetarm en zoutarm dieet volgen. Als patiënten met overgewicht afvallen, vermindert dit de belasting van het hart en verkleint dit de kans op andere aandoeningen.


Percutane coronaire interventie

Percutane coronaire interventie (PCI) wordt uitgevoerd via een dunne, flexibele buis (een cathetercatheter genaamd) in een cathetercatheterisatielaboratorium (“cathlab”). De cardioloog krijgt meestal via de dijbeenslagader in de lies of andere slagaders in de arm toegang tot het vasculaire systeem. Er is slechts een klein sneetje in de huid nodig om toegang te krijgen tot het bloedvat. In veel gevallen is PCI een gunstig alternatief voor bypass-chirurgie, omdat dit alleen plaatselijke verdoving en een kleine incisie vereist in plaats van een grote operatiewond. Aangezien de minimaal invasieve behandeling minder risico's met zich meebrengt en de patiënten na de procedure in een betere algehele conditie verkeren, is het verblijf op de verpleegafdeling veel korter dan na bypass-chirurgie. Dit zal samen met uw artsen worden bepaald, waarbij rekening wordt gehouden met een aantal factoren gerelateerd aan de voorgestelde behandeling, gelijktijdig voorkomende ziektes, klinische condities, etc.


Dotteren

Deze interventie wordt uitgevoerd met een speciale balloncatheter. Er wordt een kleine ballon aan het uiteinde van deze catheter bevestigd. De cardioloog voert de balloncatheter in de vernauwing in de kransslagader. Daar aangekomen zal hij/zij de ballon geleidelijk oppompen. Terwijl de ballon wordt opgepompt, duwt deze de storende afzettingen tegen de wanden van het bloedvat en maakt de getroffen kransslagader op die manier weer breder. Nadat de cardioloog de ballon heeft laten leeglopen, wordt de catheter uit het lichaam teruggetrokken. Het bloed kan nu ongehinderd door de kransslagader stromen en de hartspier van zuurstof voorzien.

Plaatsen van stents

Het plaatsen van stents wordt gebruikt om te voorkomen dat een getroffen kransslagader zich weer vernauwt. Een stent is een kleine buis met een gaasachtige structuur die van verschillende materialen kan worden gemaakt. De cardioloog beweegt de stent (geplooid op de ballon) naar de getroffen locatie in de kransslagader via een balloncatheter. Op de doellocatie wordt de ballon opgeblazen, waardoor de stent ontplooit en zo op zijn plaats vastklikt en een ondersteuning voor de bloedvatwand vormt. Daarna laat de cardioloog de ballon leeglopen en verwijdert deze, terwijl de stent in het lichaam achterblijft. De kransslagader wordt op deze manier opengehouden en het bloed kan weer vrij stromen. Er zijn ook stents die na implantatie medicatie vrijgeven om ontstekingen en hernieuwde vernauwing na de procedure te voorkomen.


Bypass-chirurgie

Als een minimaal invasieve PCI niet mogelijk is, moet de patiënt een open-hartoperatie onder volledige narcose ondergaan. Deze procedure wordt bypass-chirurgie of coronary artery bypass graft (CABG) genoemd. Bij deze methode wordt het geblokkeerde deel van de kransslagader met een bypass overbrugd via een segment van een gezond bloedvat dat afkomstig is van een ander deel van het lichaam van de patiënt. Het bloed kan nu langs de blokkade stromen. Deze operatie kan worden uitgevoerd terwijl het hart klopt (operatie op een kloppend hart) of terwijl het hart is gestopt en een hartlongmachine de bloedsomloop regelt (operatie op een stilstaand hart).