Ritmestoornissen

Afbeelding
patients riding the bike
grey
top_left
Off

Health Conditions

Wat is atriumfibrilleren?

Atriumfibrilleren wordt gekenmerkt door een snelle en onregelmatige hartslag. Dit zorgt ervoor dat de ventrikels te weinig bloed krijgen. Tegelijkertijd kan een bloedstolseltje ontstaan in de atria. Deze stolsels kunnen in de bloedbaan terechtkomen en de hersenen bereiken, en een beroerte veroorzaken. Atriumfibrilleren verstoort de geleiding van elektrische impulsen naar de onderste hartkamers. Dit kan leiden tot een snelle, langzame en onregelmatige hartslag. Atriumfibrilleren is de meest voorkomende hartritmestoornis. In de ontwikkelde landen worden twee op de honderd mensen door deze aandoening getroffen. Naarmate de bevolking ouder wordt, zal atriumfibrilleren steeds vaker voorkomen.1 Over het algemeen is deze ritmestoornis niet levensbedreigend, maar patiënten lopen een hoger risico op een beroerte. Neem contact op met uw arts als u de volgende symptomen ervaart en bezorgt bent dat u misschien atriumfibrilleren hebt.


Symptomen

Aangezien atriumfibrilleren plotseling optreedt en vaak vanzelf verdwijnt (genaamd "paroxysmale atriumfibrilleren") hebben veel patiënten geen symptomen. Bij andere patiënten veroorzaakt de aandoening een onregelmatige hartslag, een onregelmatige of snelle hartslag, hartkloppingen, pijn in de borst, duizeligheid en/of rusteloosheid. Als het hart onvoldoende bloed kan pompen, voelt u zich mogelijk zwak en buiten adem, vooral tijdens het sporten. Sommige patiënten ervaren angst en benauwdheid tijdens atriumfibrilleren.Atriumfibrilleren moet vroeg worden gediagnosticeerd en behandeld. Zelfs als patiënten geen symptomen hebben, lopen ze een risico op een beroerte. De aandoening kan na verloop van tijd ook vaker voorkomen.Atrial fibrillation should be diagnosed and treated early. Even if patients experience no symptoms, patients have a risk of stroke. The disorder may also occur more frequently as time passes.


Risicofactoren

Patiënten met de volgende risicofactoren moeten een arts raadplegen en zich regelmatig laten controleren. Sommige risicofactoren kunnen worden verminderd met een behandeling en veranderingen in levensstijl:

  • Gevorderde leeftijd
  • Hoge bloeddruk (hypertensie)
  • Chronisch hartfalen
  • Cardiale dilatatie
  • Hartklepziekten waaronder aorta stenose en mitralisklepstenose

Hyperthyroïdie en diabetes, alsook hoge consumptie van alcohol en een elektrolyt stoornissen kunnen leiden tot atriumfibrilleren.


Diagnose

Om te testen op atriumfibrilleren meet een arts de hartslag van een patiënt, luistert naar het hart en voert een elektrocardiogram (ECG) uit. Op het ECG wordt de elektrische activiteit van het hart weergegeven. In de meeste gevallen zal dit voldoende zijn om atriumfibrilleren te diagnosticeren.Als atriumfibrilleren slechts af en toe optreedt en vanzelf overgaat, is het mogelijk dat een arts niet in staat is om het in het ziekenhuis op te sporen. Als er nog steeds atriumfibrilleren wordt vermoed, ondergaat de patiënt een ECG dat ten minste 24 uur duurt. Voor langdurige monitoring, maximaal twee jaar, kan de arts een hartmonitor implanteren, zoals de BioMonitor 2. De arts zal waarschijnlijk ook een inspannings test uitvoeren om te zien hoe het hart reageert op belasting. Verdere onderzoeken, zoals een ECHO onderzoek, bloedonderzoek en een rontgenfoto van de borst kunnen ook helpen bij het opsporen van de onderliggende oorzaken.

Hier vindt u meer informatie over de behandelingsmogelijkheden van atriumfibrillere..


Wat kunnen de patiënten doen om hun gezondheid te verbeteren?

Neem altijd de voorgeschreven medicatie en volg de aanbevelingen van uw arts. Praat met uw arts of win een tweede medisch advies in als u vragen of twijfels hebt over uw huidige behandeling.Sommige risicofactoren kunnen worden verminderd door gezond te eten, geen of weinig alcohol te nuttigen en regelmatig te sporten.Some risk factors can be reduced by eating healthy, refraining from or consuming small amounts of alcohol, and exercising regularly but not too strenuously.


1 Camm AJ et al. 2012 focused update of the ESC Guidelines for the management of atrial fibrillation. European Heart Journal Nov 2012, 33 (21) 2719-2747; DOI: 10.1093/eurheartj/ehs253 – Needs to be in Vancouver style if keeping citation