Perifere arteriële aandoening (PAD)

Afbeelding
Treatment Options for Peripheral Arterial Disease
Perifere arteriële aandoening
grey
top_left
Off

Perifere arteriële aandoening

Behandelmogelijkheden

Behandelmogelijkheden voor een perifere arteriële aandoening

Een perifere arteriële aandoening is een ingewikkelde stoornis van de bloedsomloop met afzonderlijke ziekteverschijnselen. In vroege stadia zijn mogelijk niet-invasieve maatregelen, zoals veranderingen in de leefstijl en medicatie, voldoende om de symptomen te verlichten en een verdere vernauwing van de slagaders te vertragen. In gevallen van een gevorderde perifere arteriële aandoening zijn er invasieve methoden nodig om de betrokken vaten mechanisch te verwijden. Op basis van de individuele risicofactoren, symptomen, bevindingen en het risico op een terugval, zal de arts voor elke patiënt een combinatie van de volgende behandelmogelijkheden aanbevelen: • Veranderingen in de leefstijl en medicatie • Minimaal invasieve behandeling: Dotteren / Plaatsen van stents / Atherectomie • Open operatie: Endarterectomie / Bypass-chirurgie


Veranderingen in de leefstijl en medicatie

Veranderingen in de leefstijl, zoals stoppen met roken, regelmatige beweging en een gezonder dieet, zijn essentieel om de symptomen te verminderen, het proces van slagaderverkalking te vertragen en verdere schade te voorkomen. Dit geldt ook voor patiënten die minimaal invasieve ingrepen of operaties ondergaan. Het is ook zeer belangrijk om ziektes als diabetes of hypertensie vroeg te herkennen en te behandelen. Een farmaceutische behandeling helpt om risicofactoren, zoals een hoge bloedsuikerspiegel, hypertensie en een hoog cholesterol, onder controle te houden. Als een perifere arteriële aandoening niet te ver is gevorderd, kunnen een gezondere leefstijl en een farmaceutische behandeling een operatie zelfs helpen te voorkomen.


Minimaal invasieve behandeling

Voor veel patiënten is een minimaal invasieve behandeling een heel goed alternatief voor open chirurgie. Bij dit soort ingrepen is alleen een plaatselijke verdoving nodig. De arts voert de hele ingreep via een dun, flexibel buisje (een katheter) in het bloedvat uit. Om de katheter in het vaatstelsel in te brengen, is alleen een kleine insnede in de huid nodig. Omdat er geen algehele anesthesie nodig is en er alleen een kleine incisie wordt gemaakt in plaats van een grote operatiewond, is een minimaal invasieve behandeling minder risicovol voor de patiënt. Patiënten hebben een betere algemene conditie en hun wonden genezen sneller na een minimaal invasieve ingreep. Zij kunnen het ziekenhuis daarom sneller verlaten dan na een open operatie. Er zijn twee minimaal invasieve behandelmogelijkheden die het meest worden toegepast: dotteren en het plaatsen van een stent.

Dotteren

De arts plaatst via een katheter een kleine ballon in het vernauwde deel van het betrokken bloedvat. Daar wordt de ballon opgeblazen, waardoor het betrokken gebied verwijd wordt. De ballon loopt vervolgens leeg en wordt uit het lichaam gehaald. Het bloed kan nu ongehinderd door het verwijde bloedvat stromen. Indien nodig kan de arts na de mechanische verwijding ook een medicijn-afgevende ballon inbrengen. Door de ballon enige tijd op te blazen, wordt het medicijn aan de oppervlakte van de ballon afgegeven aan het geïrriteerde weefsel in de slagader en wordt een terugval van de vernauwing voorkomen (restenose). Na het leeglopen wordt de ballon verwijderd.

Plaatsen van stents

Een andere manier om te voorkomen dat een betrokken bloedvat opnieuw wordt vernauwd, is door een stent te plaatsen. Een stent is een klein buisje van gaasachtig materiaal dat via een katheter kan worden geplaatst. Om de stent in de slagader te plaatsen, wordt deze om een ballon gevormd. De stent wordt via de katheter naar de juiste locatie in de slagader gebracht. De ballon wordt vervolgens opgeblazen om de stent naar de slagaderwand te bewegen. Daarna laat de arts de ballon leeglopen en verwijdert hij de ballon, terwijl de stent in het lichaam blijft zitten om het bloedvat open te houden.

Atherectomie

Het blokkerende materiaal wordt van binnenuit de slagader eruit gesneden. De arts plaatst een katheter in de slagader, brengt een klein snij-instrument in en verwijdert de plaque.


Open operatie

In enkele ernstige gevallen van een perifere arteriële aandoening kan een open operatie nodig zijn. Er zijn dan meerdere methoden. De meest gebruikelijke zijn endarterectomie, atherectomie en bypass-chirurgie.

 

Endarterectomie

 
 

De arts opent de betrokken slagader met een kleine insnede en verwijdert materiaal dat de bloedstroom blokkeert. Daarna sluit de arts de incisie met een vasculaire hechting.

 

Bypassoperatie

 
 

De arts leidt de bloedtoevoer rond het geblokkeerde gebied om door de slagader vóór het vernauwde gebied te verbinden met het gezonde gebied na vernauwing met een deel van een gezond bloedvat (graft) uit een ander deel van het lichaam.
Lees meer over de behandeling van een perifere arteriële aandoening.